Maand: februari 2022
Voorgeleiding Rechter-commissaris
In de strafpiket van vorige week vrijdag heb ik consultatie- en verhoorbijstand verleend aan iemand die wordt verdacht van diefstal. Aangezien dit vaker is voorgekomen heeft de officier van justitie besloten hem langer te laten vastzitten en hem vandaag voor te geleiden aan de Rechter-commissaris. Aan de orde komt dan de vordering tot inbewaringstelling, of hij nog eens 14 dagen langer zou moeten blijven vastzitten. Mogelijk komt er ook een snelrechtzitting.
Huis van Bewaring
Als onderdeel van de gebruikelijke werkzaamheden als strafrechtadvocaat heb ik vandaag een gedetineerde cliënt bezocht. Cliënt zit al geruime tijd in voorlopige hechtenis en hebben we al een aantal pro forma zittingen gehad in Assen en Leeuwarden.
Het einddossier wordt binnenkort verwacht en na studie van het dossier en overleg met cliënt zal er daarna op enig moment een regiezitting volgen.
Op een regiezitting zal de verdediging aangeven wat de onderzoekswensen zijn. Als die door de rechtbank zouden worden toegewezen dan zal naar verwachting de Rechter-commissaris worden ingeschakeld om die beslissing uit te voeren.
Het zal naar mijn inschatting nog wel even duren voordat de zaak inhoudelijk ter terechtzitting wordt behandeld.
Beklag niet-vervolging
Ik heb vandaag zitting bij het Gerechtshof te Leeuwarden over het beklag dat een belanghebbende heeft gedaan over de beslissing van de officier van justitie om mijn cliënte niet te vervolgen wegens gebrek aan bewijs.
Het Hof zal klager desgewenst horen en cliënte als beklaagde waarna het Gerechtshof een datum zal bepalen waarop de beslissing zal volgen. De beslissing kan zijn dat het beklag ongegrond wordt verklaard en dat cliënte niet vervolgd zal moeten worden of dat het beklag gegrond wordt verklaard en dan zal cliënte worden gedagvaard voor de strafrechter.
De verdediging hoopt uiteraard op het eerste, dat er definitief een streep onder de zaak wordt gezet.
update: Het Gerechtshof beslist pas over twee maanden…..
Zedenzaak
Ik stond vandaag een cliënt bij die wordt verdacht van ontucht met een minderjarige jongen. Hij moest verschijnen voor de meervoudige strafkamer in de Rechtbank Noord- Nederland, locatie Leeuwarden.
In de periode van februari tot juni 2020 zou hij tweemaal afgesproken hebben met de jongen om seks met hem te hebben.
Cliënt ontkent niet dat dat het geval is geweest, hij had echter een andere beleving bij de leeftijd van de jongen.
Door de officier van justitie werd een gevangenisstraf van 24 maanden geëist waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en onder oplegging van twee bijzondere voorwaarden. Indien de rechtbank de eis van de officier van justitie zou volgen dan zou cliënt 16 maanden naar de gevangenis moeten.
De benadeelde partij verzocht de rechtbank cliënt te veroordelen tot betaling van € 10.000 aan immateriële schadevergoeding. De officier vond dat te hoog en niet passend bij het aandeel van cliënt in de totale schade van de jongen en refereerde zich daaromtrent aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging was van mening dat de feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard maar kwam – gelet op de grote persoonlijke belangen van cliënt- tot het voorstel om de onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk te laten zijn aan de dagen dat cliënt in voorarrest heeft gezeten onder oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf met een bijzondere voorwaarde, naast het opleggen van een stevige taakstraf.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij werd opgemerkt dat de verzochte schadevergoeding te hoog is en dat een bedrag van €2.000 redelijk en billijk is te achten.
De uitspraak volgt op 08 maart 2022 te 13:00 uur.