Gisteren diende voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, een strafzaak tegen een cliënt die door de officier van justitie wordt verdacht van mensenhandel, seksuele uitbuiting en het financieel profiteren daarvan. Ook waren er harddrugs bij hem aangetroffen.
De strafzaak handelt om Weekend Adult Party’s (WAP) en zogeheten paydates. Mijn cliënt wordt verweten dat hij drie vrouwen met wie hij (na elkaar) een relatie had zou hebben gedwongen om al dan niet tegen betaling seks met anderen te hebben, zowel met mannen als met vrouwen.
In het eerste geval gaat het dan om dan stellen die in het weekend bij elkaar over de vloer komen, waarbij doorgaans ook drugs worden gebruikt en ook seks plaatsvindt. Er wordt niet voor betaald.
In het tweede geval gaat het dan om dat een man of mannen tegen betaling seks heeft met cliënt en zijn partner. Afspraken werden dan via bepaalde sites gemaakt.
Omdat de vrouwen verliefd op hem waren en bang waren hem kwijt te raken als ze er niet aan mee zouden doen gingen ze er dan maar in mee is dan wat wordt gesteld.
Mijn cliënt heeft altijd ontkend dat er sprake is geweest van enige dwang, uitbuiting of financieel profijt en dat de contacten vrijwillig plaatsvonden. In het begin van de zaak heeft hij ruim 10 maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht totdat de rechtbank in juni 2022 het bevel schorste en cliënt voorlopig weer naar huis mocht.
Voorts eiste de officier van justitie dat cliënt een bedrag van €4775 aan wederrechtelijk verkregen voordeel moet betalen.
Verder waren er vorderingen van de benadeelde partijen ingediend van €8.300, €22.000 en €40.000.
De verdediging was echter van mening dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de mensenhandel en het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting in de drie gevallen en verzocht daarom de rechtbank cliënt daarvan vrij te spreken. Wel kan een veroordeling volgen voor het aanwezig hebben van harddrugs, het ging om gebruikershoeveelheden ten behoeve van de seksafspraken. En dat er geen sprake is geweest van wederrechtelijk verkregen voordeel en schade die hij zou moeten vergoeden.
De rechtbank doet uitspraak op 14 februari a.s.