Eis ISD voor veelpleger diefstallen

Gisteren eiste de officier van justitie ten overstaan van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Leeuwarden oplegging van de maatregel van plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (ISD).

In deze zaak gaat het om diefstal van een auto, het tweemaal brandstof tanken zonder te betalen, het doorrijden na een aanrijding en het rijden met een door het CBR ongeldig onverklaard rijbewijs.

Mijn cliënte was voor het plegen van deze feiten net een paar dagen uit de gevangenis en heeft een zodanig groot strafblad met soortgelijke feiten dat zij direct daarna weer gevangen werd gezet. Dit in afwachting van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak, die dus gisteren diende, zij zit al ongeveer 3 maanden vast.

In het verleden hadden vele professionele hulpverleners een poging gedaan om de problematiek van cliënte in kaart te brengen en oplossingen aan te dragen zodat het niet weer zou gebeuren. Iedere keer zonder succes helaas. En als je dan een veelpleger bent en maar bezig blijft strafbare feiten te plegen dan blijft er soms niets anders over dan iemand op te sluiten om de maatschappij te beschermen. Zeker in het geval als alles al geprobeerd is en er geen alternatieven meer zijn. Vandaar ook die eis van de officier van justitie.

Het gaat bij ISD dan om een periode van twee jaar dat je opgesloten wordt. In die periode zal alles gericht zijn op behandeling van de onderliggende problematiek in de hoop dat iemand na ommekomst van die termijn geen strafbare feiten meer pleegt.

De rechtbank doet op 14 juni a.s. uitspraak.

Vrijspraak in zedenzaak

Vandaag sprak de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een man integraal vrij van seksueel misbruik van zijn toenmalige pleegdochter.

De rechtbank is met de verdediging van mening dat er niet aan het wettelijke bewijsminum wordt voldaan nu naast de aangifte er geen steunbewijs is. En dan moet een vrijspraak volgen. Door de officier van justitie werd twee weken geleden 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist.

Als gevolg van de vrijspraak werd de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.

De officier van justitie kan binnen veertien dagen in hoger beroep.