42 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk geëist voor mensenhandel

Gisteren diende voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, een strafzaak tegen een cliënt die door de officier van justitie wordt verdacht van mensenhandel, seksuele uitbuiting en het financieel profiteren daarvan. Ook waren er harddrugs bij hem aangetroffen.

De strafzaak handelt om Weekend Adult Party’s (WAP) en zogeheten paydates. Mijn cliënt wordt verweten dat hij drie vrouwen met wie hij (na elkaar) een relatie had zou hebben gedwongen om al dan niet tegen betaling seks met anderen te hebben, zowel met mannen als met vrouwen.

In het eerste geval gaat het dan om dan stellen die in het weekend bij elkaar over de vloer komen, waarbij doorgaans ook drugs worden gebruikt en ook seks plaatsvindt. Er wordt niet voor betaald.

In het tweede geval gaat het dan om dat een man of mannen tegen betaling seks heeft met cliënt en zijn partner. Afspraken werden dan via bepaalde sites gemaakt.

Omdat de vrouwen verliefd op hem waren en bang waren hem kwijt te raken als ze er niet aan mee zouden doen gingen ze er dan maar in mee is dan wat wordt gesteld.

Mijn cliënt heeft altijd ontkend dat er sprake is geweest van enige dwang, uitbuiting of financieel profijt en dat de contacten vrijwillig plaatsvonden. In het begin van de zaak heeft hij ruim 10 maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht totdat de rechtbank in juni 2022 het bevel schorste en cliënt voorlopig weer naar huis mocht.

Voorts eiste de officier van justitie dat cliënt een bedrag van €4775 aan wederrechtelijk verkregen voordeel moet betalen.

Verder waren er vorderingen van de benadeelde partijen ingediend van €8.300, €22.000 en €40.000.

De verdediging was echter van mening dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de mensenhandel en het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting in de drie gevallen en verzocht daarom de rechtbank cliënt daarvan vrij te spreken. Wel kan een veroordeling volgen voor het aanwezig hebben van harddrugs, het ging om gebruikershoeveelheden ten behoeve van de seksafspraken. En dat er geen sprake is geweest van wederrechtelijk verkregen voordeel en schade die hij zou moeten vergoeden.

De rechtbank doet uitspraak op 14 februari a.s.

Veroordeling voor geweld tijdens Nieuwjaarsnacht Twijzel 2020/2021

Gisteren veroordeelde de politierechter in de rechtbank te Leeuwarden verschillende mensen voor openlijk geweld tijdens Oud en Nieuw 2020/2021 te Twijzel.

Het geweld bestond uit het oprichten en in stand houden van een vuurbult midden op straat, het wegflexen van een paaltje van de gemeente, het onklaar maken van verschillen lantaarnpalen en het vernielen en omzagen van verschillende bomen.

Ik stond iemand bij die in het eerste deel van politieonderzoek in het geheel niet als verdachte voorbij kwam. Pas nadat een aantal verdachten op de zitting van de politierechter had gestaan en er na een jaar opnieuw onderzoek werd gedaan door de politie zou mijn cliënt volgens anderen meegeholpen hebben om een grote boom om te zagen en dat die uiteindelijk op de vuurbult is terecht gekomen.

Cliënt heeft vanaf het begin af aan ontkend zich aan openlijk geweld of vernieling van de bomen te hebben schuldig gemaakt.

Ondanks dat uitgebreid en gemotiveerd werd bepleit cliënt van de telastegelegde feiten vrij te spreken veroordeelde de politierechter hem (zonder enige motivering hoe tot deze beslissing werd gekomen) voor deze feiten tot een werkstraf voor de duur van 60 uren. Ook moet hij, met de andere veroordeelde personen, de schade van de gemeente Achtkarspelen vergoeden tot een bedrag €21.313.

Voorts stond cliënt terecht voor een mishandeling zoals hij die in juli vorig jaar gepleegd zou hebben in zijn functie als sfeerbeheerder binnen een uitgaansgelegenheid. Iemand paste geweld op hem toe waarop hij conform de regels binnen de uitgaansgelegenheid zorgde dat de man het pand verliet.

Cliënt was als steeds van mening dat hij moest handelen als hij heeft gedaan, ter bescherming van zichzelf en ook anderen maar ook omdat dat de procedure is binnen de uitgaansgelegenheid. Door naar binnen te gaan accepteer je als bezoeker deze regels.

En dat de man, terwijl hij naar buiten werd begeleid, per ongeluk in de uitgaansgelegenheid is komen te vallen maar daarvan niet de letsels kon bekomen als de man had. Buiten zou de man, die het zelf van anderen had gehoord, met zijn kin op de stoep zijn gevallen. En daarmee volledig verklarend de letsels die de man had. De man was erg dronken volgens sommige getuigen in het dossier.

Ook hier werd door de verdediging uitgebreid en gemotiveerd stilgestaan bij de feiten en werd geconcludeerd dat cliënt correct en proportioneel had gehandeld en dat van mishandeling zou moeten worden vrijgesproken. Hij had geen enkel opzet gehad om pijn of letsel toe te brengen. Het was een ongeluk en allemaal heel vervelend.

De politierechter veroordeelde desondanks ook mijn cliënt voor dit feit, zonder overigens maar iets te motiveren hoe tot deze beslissing werd gekomen. Hij veroordeelde mijn cliënt tot 60 uren werkstraf en ook moet hij ongeveer €1200 betalen aan schadevergoeding.

Er zal binnen veertien dag hoger beroep worden aangetekend.