Vrijspraak mishandeling in café Prins Kollumerzwaag

Mijn cliënt werd verweten op 3 juli 2022 een bezoeker te hebben mishandeld in café Prins te Kollumerzwaag.

Cliënt was aldaar werkzaam als zogeheten sfeerbeheerder, zodra zich er een calamiteit voordeed was het zijn taak om in te grijpen, de sfeer goed te houden. Cliënt deed dat werk al een jaar of 6 naar volle tevredenheid van een ieder, altijd rustig en proportioneel handelend.

Eén van de algemene toegangsvoorwaarden van café Prins is dat zodra je als bezoeker geweld pleegt je er dan simpelweg direct wordt uitgezet. Daarmee ga je akkoord als je binnenkomt. De taak van mijn cliënt was dan de betreffende persoon af te leveren aan de portier die vervolgens het incident verder afwerkte.

Het verwijt dat aan cliënt werd gemaakt was dat hij – na het aanbrengen van een nekklem- de bezoeker bewusteloos door de gelegenheid had gesleept en dat hij dat bewusteloze lichaam ongecontroleerd en met kracht had laten vallen waardoor er volgens het OM zwaar lichamelijk letsel was ontstaan.

Wat er gebeurde was dat de – dronken- bezoeker cliënt hard had geslagen in zijn kruis onder het mom van een spelletje/geintje. Cliënt ervaarde dat duidelijk anders en handelde conform de instructies. Volgens hem was er binnen waarbij hij betrokken was niets bijzonders gebeurd, hij de bezoeker had gepakt, meegenomen naar de portier en aan deze overgedragen. Er zou sprake zijn geweest dat de – dronken – bezoeker later buiten met zijn kin op de stoeprand zou zijn gevallen, verklarend waardoor hij dat letsel had bekomen. Er was geen enkel moment dat er wat cliënt (en een aantal getuigen) betreft sprake was van bewusteloosheid, het tegendeel was volgens hem waar: de man verzette zich heftig onder het uiten van allerlei scheldwoorden aan het adres van mijn cliënt.

Cliënt werd door de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden voor dit feit veroordeeld en ook moest hij een schadevergoeding aan de bezoeker betalen.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, locatie Leeuwarden sprak hem op gisteren vrij omdat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de bezoeker bewusteloos was en dat cliënt hem opzettelijk had laten vallen. In het verlengde daarvan hoeft hij ook geen schadevergoeding te betalen.

Vrijspraak voor oplichting en uitgeven vals geld

Vandaag werd een cliënte van mij volledig vrijgesproken door de politierechter in de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden.

Zij werd ervan verdacht in december 2020 – via markplaats- diverse mensen te hebben opgelicht door het aankopen van telefoons en vervolgens met vals geld te betalen. Naast dat werd zij verdacht van het uitgeven van vals geld.

Eerder was het OM niet tot vervolging overgegaan omdat men van mening was dat het bewijs er niet in zat. Na klachten van benadeelden bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaf het OM aan een foute beslissing te hebben genomen. De aanvankelijk beslissing zou genomen zijn op basis van een incompleet dossier (…).

Het Gerechtshof besliste in de klachtenprocedures dat het OM mijn cliënte alsnog moest gaan vervolgen, dus voor de oplichtingen en het uitgeven van vals geld.

Mijn cliënt had vanaf het eerste moment dat zij door de politie werd verhoord aangegeven dat zij dat niet was geweest, er was overigens ook geen sprake van herkenning aan de hand van videobeelden gemaakt door een deurbel.

Zij gaf als steeds aan dat zij in januari 2021 wel via marktplaats een telefoon had gekocht maar dan in een andere plaats en absoluut niet contant. Er werden, naast die ene telefoon, bij haar ook verder geen telefoons aangetroffen en ook geen vals geld (of materialen daarvoor).

Ter terechtzitting herhaalde zij haar verklaring en werden er ook foto’s en beelden bekeken van de vermoedelijke dader. Ook de officier van justitie was van mening dat er geen wettig en overtuigend bewijs was dat mijn cliënte dat was geweest.

Door de verdediging werd ook vrijspraak bepleit waarna de politierechter haar van beide feiten vrijsprak.

Dit betekent een definitief einde van zaak.

Vrijspraak voor vernieling

Vandaag sprak de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden een man vrij van vernieling van een ruit in maart van dit jaar.

Hij zou volgens de aangever middenin de nacht een hamer door een ruit van zijn woning (woonkamer) hebben gegooid. Aangever en zijn partner zaten op dat moment nog op de bank na een gezellige filmavond en waren uiteraard behoorlijk geschrokken.

Aangever meende in het donker van de nacht het silhouet van mijn cliënt te herkennen en zo werd mijn cliënt dan verdachte. De politie hield mijn cliënt kort na de vernieling aan bij zijn eigen woning, echter mijn cliënt gaf direct aan dat hij daar niet was geweest en dus ook niet de vernieling had gepleegd. Desondanks werd gemeend dat cliënt vervolgd moest worden.

Vandaag werd aangever op verzoek van de verdediging onder ede gehoord op de zitting van de politierechter en verklaarde de aangever dat niet mijn cliënt maar iemand anders het feit zou hebben begaan. Dit op basis van dat de echte dader zich bij hem had gemeld en aangaf hiervoor verantwoordelijk te zijn geweest.

Er bleef dus niets anders over dan mijn cliënt vrij te spreken.

Vrijspraak in zedenzaak

Vandaag sprak de meervoudige strafkamer in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, een man integraal vrij van seksueel misbruik van zijn toenmalige pleegdochter.

De rechtbank is met de verdediging van mening dat er niet aan het wettelijke bewijsminum wordt voldaan nu naast de aangifte er geen steunbewijs is. En dan moet een vrijspraak volgen. Door de officier van justitie werd twee weken geleden 4 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist.

Als gevolg van de vrijspraak werd de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard.

De officier van justitie kan binnen veertien dagen in hoger beroep.

Voor seksueel misbruik pleegdochter 4 jaar gevangenisstraf geëist

Dat was gisteren de eis van de officier van justitie voor seksueel misbruik in de periode van augustus 2007 tot en met augustus 2015. Cliënt wordt ervan verdacht verschillende zedenfeiten te hebben gepleegd jegens zijn toentertijd inwonende pleegdochter.

De officier van justitie is van mening dat het seksueel misbruik wettig en overtuigend bewezen kan worden. Dit ondanks dat cliënt vanaf het begin heeft aangegeven de gestelde feiten niet te hebben gepleegd. Ook zou hij een schadevergoeding moeten betalen.

Door de verdediging is uitgebreid ingegaan op de betrouwbaarheid van de verschillende verklaringen, onder meer werd gewezen op opvallende verschillen in tegen hem afgelegde verklaringen en ook op dat de verklaringen niet altijd even consistent zijn.

Er is naar het oordeel van de verdediging niet buiten redelijke twijfel komen vast te staan wat door de officier van justitie aan cliënt wordt verweten en er werd dan ook een integrale vrijspaak bepleit.

De rechtbank doet op 22 juni a.s. uitspraak.

Vrijspraak voor steken met een mes

Vandaag moest een cliënte bij de politierechter in Leeuwarden voorkomen in verband met een verdenking van poging tot zware mishandeling.

Het speelde in september vorig jaar in een woning in Leeuwarden en cliënte zou aangever hebben gestoken met een mes.

Verschillende mensen waren bij elkaar op bezoek en er werd flink gedronken. Er ontstond een ruzie, woorden vielen over en weer. Op een zeker moment werd cliënte in haar rolstoel aangevallen, ze werd geslagen, geschopt en aan de haren getrokken.

Cliënte kon in haar rolstoel geen kant op en wist aan de dader van dat geweld een mes voor te houden onder het dringende verzoek er mee op te houden, anders zou er worden gestoken. Het hield helaas niet op en er werd door cliënte daadwerkelijk gestoken, ze raakte haar aanvaller in de kuit. Het was gelukkig geen grote wond en hechtingen waren niet nodig. Zij wilde haar aanvaller ook niet mishandelen maar enkel dat hij zijn geweld in haar richting zou staken.

42 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk geëist voor mensenhandel

Gisteren diende voor de meervoudige strafkamer van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, een strafzaak tegen een cliënt die door de officier van justitie wordt verdacht van mensenhandel, seksuele uitbuiting en het financieel profiteren daarvan. Ook waren er harddrugs bij hem aangetroffen.

De strafzaak handelt om Weekend Adult Party’s (WAP) en zogeheten paydates. Mijn cliënt wordt verweten dat hij drie vrouwen met wie hij (na elkaar) een relatie had zou hebben gedwongen om al dan niet tegen betaling seks met anderen te hebben, zowel met mannen als met vrouwen.

In het eerste geval gaat het dan om dan stellen die in het weekend bij elkaar over de vloer komen, waarbij doorgaans ook drugs worden gebruikt en ook seks plaatsvindt. Er wordt niet voor betaald.

In het tweede geval gaat het dan om dat een man of mannen tegen betaling seks heeft met cliënt en zijn partner. Afspraken werden dan via bepaalde sites gemaakt.

Omdat de vrouwen verliefd op hem waren en bang waren hem kwijt te raken als ze er niet aan mee zouden doen gingen ze er dan maar in mee is dan wat wordt gesteld.

Mijn cliënt heeft altijd ontkend dat er sprake is geweest van enige dwang, uitbuiting of financieel profijt en dat de contacten vrijwillig plaatsvonden. In het begin van de zaak heeft hij ruim 10 maanden in voorlopige hechtenis doorgebracht totdat de rechtbank in juni 2022 het bevel schorste en cliënt voorlopig weer naar huis mocht.

Voorts eiste de officier van justitie dat cliënt een bedrag van €4775 aan wederrechtelijk verkregen voordeel moet betalen.

Verder waren er vorderingen van de benadeelde partijen ingediend van €8.300, €22.000 en €40.000.

De verdediging was echter van mening dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de mensenhandel en het opzettelijk voordeel trekken uit de uitbuiting in de drie gevallen en verzocht daarom de rechtbank cliënt daarvan vrij te spreken. Wel kan een veroordeling volgen voor het aanwezig hebben van harddrugs, het ging om gebruikershoeveelheden ten behoeve van de seksafspraken. En dat er geen sprake is geweest van wederrechtelijk verkregen voordeel en schade die hij zou moeten vergoeden.

De rechtbank doet uitspraak op 14 februari a.s.