Celstraf voor vernieling, belediging en mishandeling van politie

Gisteren werd een jong meerderjarige cliënt door de politierechter te Leeuwarden veroordeeld tot een celstraf van 60 dagen waarvan de helft voorwaardelijk werd opgelegd.

Hij had op oudjaarsdag vernielingen gepleegd. Er kwamen vervolgens verschillende politiemensen om hem aan te houden.

Aangezien hij nog erg boos was verzette hij zich tegen de arrestatie door de politie en gaf hij een politieman een trap. Ook beledigde hij de politiemensen.

Later vernielde hij ook op politiebureau een aantal spullen. Toen de boosheid over was had hij veel spijt van wat er was gebeurd.

Hij werd door de Rechter-commissaris in voorlopige hechtenis genomen en de zaak werd via het snelrecht afgedaan.

De politierechter veroordeelde hem ook tot het betalen van een schadevergoeding aan het politiekorps Noord-Nederland en aan de mishandelde politieman.

Veroordeling Wet Wapens en Munitie

Afgelopen donderdag stond ik in de rechtbank Noord-Nederland een cliënt bij die werd verdacht van het voorhanden hebben van een aantal vuurwapens en een grote hoeveelheid munitie (scherpe en oefenpatronen). Ook werd hij verdacht van diefstal van spullen van zijn voormalige werkgever danwel zou hij deze spullen hebben geheeld.

Ongeveer 16 maanden geleden was hij hiertoe door de politie aangehouden en moest hij enige tijd op het politiebureau in Leeuwarden verblijven. Ik stond hem toen ook al bij.

Mede gelet op het feit dat alle wapens onklaar waren gemaakt (er kon dus niet mee geschoten worden) en hij er niet mee op de openbare weg te zien was geweest (de wapens en munitie werden door cliënt enkel in zijn woning gehouden), derden daarmee dus niet werden geconfronteerd en cliënt afstand deed van de in beslaggenomen spullen werd hij terzake van de overtredingen van de Wet Wapens en Munitie door de politierechter veroordeeld tot 60 uren werkstraf en werd hij vrijgesproken van de diefstal en heling.

Een en ander onder aftrek van de tijd dat hij gedwongen aan het politiebureau verbleef.

De zaak is onherroepelijk zo afgedaan omdat cliënt en de officier van justitie afstand deden van het recht op hoger beroep.